Woensdag 6 november 2019 om 22:00
Download at: 2-3-2022 00:54:53
$i: Index | $pi: Padded Index | $an: Album Name | $d: Date | $dc: Date Compact
$c: Caption | $fc: Caption (First line) | $fw: Caption (First word)
$t: Tag | $ft: First Tag | $o: Original file name
Preview:
2018-06-03 10:50:56
Sint Jorispoort Waterslootsepoort
Door Coenraet Decker
Coenraet Decker (1650 in Amsterdam - 1685 in Amsterdam), was een Nederlandse graveerder uit de Gouden Eeuw .
Biografie [ bewerken ]
Volgens het RKD was hij leerling geweest van Romeyn de Hooghe en trouwde hij in 1673 in Sloterdijk met Aechje Jans toen hij 23 was. In de jaren 1670 werkte hij op de kaart van het Delftse contract dat hij samen met Dirk van Bleiswijk won
2018-05-10 16:03:26
2018-04-07 12:26:02
2018-04-07 12:26:02
2018-02-24 18:21:59
2018-02-22 18:51:26
De buitenzijde van de Schoolpoort met naastliggende stadsmuur gezien naar het noorden. Een bootje met vracht vaart onder de klapbrug voor de poort langs. Op 16 april 1829 besloot de gemeenteraad tot verkoop van de poort. Burgemeester en wethouders hadden vastgesteld dat de Schoolpoort met de daarbij behorende portierswoning zo bouwvallig was, dat restauratie veel te kostbaar zou worden. De poort werd daarom gesloopt. 1816
2018-02-17 17:23:27
Houttuinen 1763 met rechts de stadswallen langs de Vest (later de Westvest) met aan het eind de Waterslootse Poort. Deze poort werd circa 1847 afgebroken. De houttuinen waren vanaf 1615 in gebruik bij handelaren die hier hun houtvoorraad bewaarden. Vanaf 1679 vonden er steeds meer militaire werkzaamheden op dit terrein plaats en in 1802 was het hele complex in handen van de Constructiewerkplaatsen. In 1875 werd de naam Van Leeuwenhoeksingel aan dit gebied gegeven, terwijl de naam Houttuinen naar het meer noordelijk gelegen deel verwees
2017-10-24 13:34:51
Gezicht op een stad aan het water (wellicht Delft) met links een molen, in het midden een kerktoren (Nieuwe Kerk) en een poort (Oostpoort). De bebouwing links en rechts aan de rivier is niet herkend, terwijl de brug over het water zeker niet Delfts is. Veiling Christies Amsterdam 8 mei 2012 - € 60.000 - € 80.000,=.
2017-10-16 19:42:21
Wie de schilder is weet Barry Dukker niet , maar hij hing in de schilders winkel aan de overkant van de Dertien huizen , gedurende de jaren 40 , omdat zijn moeder het kleine meisje op nummer 6 in het schilderij is heeft men het aan haar gegeven , het hangt nu bij zijn kleinzoon op de slaapkamer , omdat er nog bomen staan is het voor de oorlog gemaakt want zijn moeder wist nog dat gedurende de oorlog hun een boom omgehakt in de gang hadden voor warmte .
2017-09-01 22:50:30
De Schiedamse- en Rotterdamsepoort 1770
vanaf de Hooikade met links de Groenmolen.
In het water van de Kolk diverse schepen
De molen verloor rond het middaguur van 3 januari 1922 het wiekenkruis. Tot 1928 werd de molen aangedreven door een electro-motor. Jaren heeft een reclame van het schoonmaakmiddel VIM op de kale romp gestaan. In 1928 is de stenen stellingmolen afgebroken voor de verbreding van de Westvest.
2017-06-11 22:19:28
2017-03-25 11:57:49
Dit zijn scans van de orginele steendruk en een scan van het orginele afschrift van het doopregister uit 1751 van Simon Boitet.
De vader Van Ed is jarenlang beheerder van het Fonds Boitet geweest.
Bij het ambt van beheren van het Fonds (wat inmiddels ontbonden is) hoorde een kist gevuld met papieren van halverwege de 18e eeuw...
2016-10-20 12:48:02
De achterzijde van het Stadhuis aan de Markt met daarachter de toren van de Nieuwe Kerk; situatie na de heropbouw volgend op de brand In 1618-1620 ontworpen door Hendrick de Keyser. In 1618 brandde het stadhuis uit. Alleen de toren, Het Nieuwe Steen, en enige muurresten bleven staan. Pas in de 19e eeuw vond een grote modernisering plaats van vensters, de ingangspartij en het grootste gedeelte van het interieur. Bij renovaties in de periode 1934-1939 werden de meeste van deze moderniseringen weer ongedaan gemaakt. Tussen 1962 en 1966 werden de buitengevels gerestaureerd naar 17e eeuws voorbeeld. 1730
2016-10-20 12:48:02
Het Stadhuis aan de Markt 87 na de brand van 1618. In 1618-1620 ontworpen door Hendrick de Keyser. In 1618 brandde het stadhuis uit. Alleen de toren, Het Nieuwe Steen, en enige muurresten bleven staan. Pas in de 19e eeuw vond een grote modernisering plaats van vensters, de ingangspartij en het grootste gedeelte van het interieur. Bij renovaties in de periode 1934-1939 werden de meeste van deze moderniseringen weer ongedaan gemaakt. Tussen 1962 en 1966 werden de buitengevels gerestaureerd naar 17e eeuws voorbeeld.
2015-07-25 20:05:13
Hendrick Cornelisz. Vroom - (1615)
Gezicht op Delft vanuit het noordwesten langs de Vliet. Op de voorgrond ligt de drukbevaren Vliet, de belangrijkste route naar Den Haag. Daarachter is het profiel van Delft te zien met de torens van de Nieuwe Kerk, het Stadhuis en de Oude Kerk. De stad is ommuurd als verdediging tegen de Spanjaarden. Onder de Oude Kerk is die ommuring onderbroken door de Haagpoort, vanwaar de schepen naar Rijswijk en Den Haag vertrokken. De schepen werden voortgetrokken door paarden.
2018-10-28 13:41:47
2018-10-28 13:41:47
2018-10-29 11:02:03
Spotprent met Kaat Mossel en Ruige Keet, 1784
Er verschenen spotprenten waarin Oranjegezinden belachelijk werden gemaakt, zoals de Rotterdamse mosselkeurvrouw Catharina Mulder. In 1783 en 1784 had zij samen met onder meer Cornelia Zwenke de verjaardag van Willem V aangegrepen om patriotten te belagen. Op deze prent staan zij afgebeeld met hun scheldnamen Kaat Mossel en Ruige Keet. De prinsenvlag die getuigt van hun aanhankelijkheid aan Oranje, is op de mosselkar geplant, wat natuurlijk een grove belediging is.
2018-10-29 11:14:35
2018-11-01 21:56:57
2018-11-01 21:56:57
2018-11-01 21:56:57
2018-11-01 22:01:54
2018-11-03 21:23:38
2018-11-13 18:15:07
2018-12-03 21:44:44
2019-03-09 16:55:10
2019-03-11 20:22:16
Voldersgracht 21St. Lucas Gilde-huys.Kunstschilders, kladschilders, glazeniers, beeldhouwers, graveurs, maar ook plateelbakkers, boekdrukkers en kunsthandelaren konden lid worden van het gilde, dat zelf zorgde voor kwaliteitscontrole en de opleiding van jong talent. Van het lidmaatschap werd aantekening gehouden. De nog bestaande boeken (zie externe link) zijn van groot belang voor kennis van de kunstgeschiedenis. Volgens typische gilderegels namen meesters een kind van twaal...f tot veertien in de leer (één tegelijk en soms een tweede na een wachttijd). Om lid te worden moest een aspirant aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals een leertijd van zes jaar, soms ook korter als hij een meesterstuk produceerde. Ongeveer een derde van de inkomsten van het gilde werd besteed aan het onderhouden van de arme leden en hun gezinnen. Op 29 december 1653 werd Johannes Vermeer lid van het St. Lucasgilde; dit was een vereniging voor plateelbakkers, kunstschilders, glasmakers en boekverkopers. St. Lucas was de beschermheilige van de schilders. Vermeer werd in 1662 voor twee jaar gekozen tot hoofdman van het gilde, in 1670 wederom voor twee jaar. Meer weergeven
2019-03-21 13:40:50
2019-06-26 15:11:18
2020-05-01 00:00:00
Pieter de Hooch Vrouw en kind bij bleekveld in Delft . Ca. 1657---1659
Pieter de Hooch
Pieter de Hooch (Rotterdam, 20 november 1629 - in of na 1684 ) was een Nederlandse kunstschilder. Zijn naam wordt ook wel geschreven als Pieter de Hoogh, Pieter de Hooghe en Pieter Hendricksz. de Hooch. Hij was de eerste die het motief van doorkijkjes op de binnenplaatsen van grachtenpanden introduceerde.
Leven
Pieter de Hooch werd gedoopt in de Hervormde kerk in Rotterdam op 20 december 1629. Zijn vader was metselaar, zijn moeder, vroedvrouw, kwam uit Delft. De Hooch ging mogelijk in de leer bij de landschapsschilder Nicolaes Berchem in Haarlem, samen met Jacob Ochtervelt, althans, Arnold Houbraken meldt dat.
De eerste bron die vermeldt dat hij in Delft woont, is uit augustus 1652. Daar kwam hij in dienst bij de rijke linnenhandelaar Justus de la Grange (ook bekend als Justinius de la Oranje), die elf schilderijen van hem bezat. Mogelijk heeft hij daar werkzaamheden uitgevoerd die met de linnenhandel samenhingen, omdat zijn schilderkunst niet voldoende geld opbracht. De Hooch trouwde 3 mei 1654 met Jannetje van der Burch, de dochter van een aardewerkfabrikant in Delft en zus van de schilder Hendrick van der Burgh, die hij al langer kende. Het paar kreeg zeven kinderen, waarvan twee in Delft waren geboren. Het volgende jaar, 20 september 1655, werd hij ingeschreven bij het Sint-Lucasgilde in Delft, waar hij kennis kan hebben gemaakt met Johannes Vermeer. Vermeer en De Hooch hebben elkaars stijl beïnvloed. Zijn werk uit het begin van de Delftse periode maakte vrijwel geen indruk, waardoor de schilder een armoedig bestaan leed.
Omstreeks 1660 verhuisde Pieter de Hooch naar Amsterdam. Op 15 april 1661 werd één van zijn dochters gedoopt in de Westerkerk. Aanvankelijk woonde hij er op bescheiden adressen maar in mei 1668 woonde hij in de aanzienlijkere Konijnenstraat in de Jordaan. In Amsterdam kwam hij in contact met de hogere kringen, want zijn interieurs werden eleganter en rijker. Zijn schilderijen werden ook groter, maar zijn schilderstijl werd zwaarder en de schaduwen minder transparant. Er is ook uit deze tijd veel minder werk bekend. In 1679 schreven Pieter en zijn vrouw hun oudste zoon Pieter Pietersz. in in het Amsterdamse 'Dolhuis' (gekkenhuis), op de Kloveniersburgwal. Daarna is geen levensteken meer gevonden. Er is wel een schilderij dat 1684 gedateerd is.
Volgens F. Grijzenhout, in New information on Pieter de Hooch and the Amsterdam lunatic asylum, Burlington Magazine CL, sept. 2008, p. 612-613 is het zijn zoon, ook Pieter genaamd, die in het 'dolhuijs' komt te overlijden en is het inschrijven van zijn zoon alhier het laatste teken van leven van de schilder.
Werk
Gezelschap op een binnenplaats achter een huis, 1656-1659
In zijn beginjaren schilderde De Hooch vooral het soldatenleven, bijvoorbeeld landschappen met ruiters en schutters, waarschijnlijk beïnvloed door de nadagen van de Tachtigjarige Oorlog. Na zijn komst naar Delft ging hij genrestukken schilderen, met etende, drinkende en musicerende mensen.
Rond 1658 veranderde Pieter de Hooch zijn schilderstijl. Hij ging lichter schilderen, en zijn afbeeldingen werden ruimtelijker en door het gebruik van perspectief ook dieper. Bovendien begon hij zijn werken van een jaartal te voorzien. Vanaf dat moment schilderde Pieter de Hooch zijn topstukken. Deze periode duurde relatief kort, tot ongeveer 1662. Hij legde de binnenplaatsen en interieurs van de Gouden Eeuw vast, met daarin vooral vrouwen. Opvallend is dat hij vrijwel altijd een tegelpatroon op de vloer afbeeldt, waardoor zijn beheersing van het lijnperspectief duidelijk wordt. De diepte van de schilderijen wordt bovendien vrijwel altijd versterkt door een doorkijkje naar buiten, naar een binnenplaats, of naar een andere kamer in het huis. In het doorkijkje is het altijd lichter dan in de kamer op de voorgrond. De Hooch is de eerste kunstenaar die binnenplaatsen tot hoofdonderwerp op een schilderij maakte.
De afbeelding van een vredig interieur werd in de Gouden Eeuw populair. Dit zou kunnen komen doordat de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) juist voorbij was en de mensen behoefte hadden aan vrede en rust.
Door het afbeelden van vrouwen aan het werk idealiseerde Pieter de Hooch het Hollandse huiselijke leven, met eenvoudige deugden, het efficiënt draaiend houden van het huishouden, en het gewetensvol opvoeden van de kinderen. Zo wordt van het hier afgebeelde schilderij (Moedertaak) dat Pieter de Hooch maakte van een moeder die het haar van haar kind ontluist gezegd dat het verwijst naar een gedicht van Jacob Cats: "Kam, kam u menigmaal, en niet het haar alleen, maar ook dat binnen schuilt, tot aan het innig been", waarmee bedoeld wordt dat men niet alleen zijn haar, maar ook zijn ziel moet verzorgen en reinigen.
Omstreeks 1660 verhuisde Pieter de Hooch naar Amsterdam. Aanvankelijk ging het hem niet voor de wind. De portretten die hij in Amsterdam schilderde onderscheiden zich van de Delftse periode in hun rijkere aankleding.
Het kleurpalet van Pieter de Hooch was warm. Hij gebruikte veel rood en roodbruin.
De Hooch en Vermeer
Pieter de Hooch en Johannes Vermeer worden vaak in één adem genoemd. Het is niet duidelijk wie de ander beïnvloedde, misschien beïnvloedden beiden elkaar. Toch zijn de schilderijen onmiskenbaar verschillend, hoewel beiden vaak vrouwen schilderen die in huis bezig zijn. Pieter de Hooch heeft echter in zijn schilderijen vrijwel altijd een doorkijk naar buiten, terwijl Vermeer zich meestal beperkt tot een raam waardoor het licht naar binnen valt. De diepte van de schilderijen van De Hooch weet Vermeer niet te evenaren. Daarentegen heeft Vermeer een geweldige zachte manier van schilderen, waardoor zijn vrouwen bijzonder lief, levend en bijna aanraakbaar worden.
Schilderstijl
De werken van Pieter de Hooch behoren tot de Barokke schilderkunst. Hij is een van de Oude Hollandse Meesters. De Hooch schilderde aanvankelijk in donkere kleuren, vooral soldatenscenes of kortegaardjes (corps de garde). Hij is in zijn vroege periode beïnvloed door de Delftse schilders Hendrick van der Burgh en Carel Fabritius, maar later door de Zwolse genreschilder Gerard Terborch, waarbij Johannes Vermeer en Nicolaas Maes moeten worden genoemd, toen De Hoogh begon met het schilderen van interieurs en te spelen met lichtval en perspectief. Voorts waren Esaias Boursse, Gerbrand van den Eeckhout en Pieter Janssens Elinga navolgers van hem.
2022-01-06 00:00:00
J. Speerli (naar W. Paetz), Gezicht op Delft met opschrift in het Russisch
Tsaar op bezoek
Een Delftse prent met een Russisch opschrift, daar zijn er niet veel van. In Rusland bestaat in de negentiende eeuw weinig animo voor een bezoek aan Delft. Van één Rus is wel bekend dat hij zijn entree in de stad maakt, en hoe. Als tsaar Alexander I in 1814 langskomt, loopt de hele stad uit. Of hij daar nu interesse voor heeft of niet.Het stadsbestuur maakt werk van de komst van de Russische vorst. Zij ordonneren de bewoners vlaggen uit te steken, groen loof en kransen aan de gevels te hangen. Wie aan de Oude Delft woont, moet ook zijn huis verlichten – voor het geval de tsaar ’s avonds passeert. De inwoners geven ‘op een seer nette en keurige wijs’ gehoor aan de oproep om Alexander I (1777-1825) toe te juichen, ondanks zijn niet geheel smetteloze reputatie. Hij is in 1801 onder schimmige omstandigheden aan de macht gekomen, nadat zijn vader tsaar Paul I is vermoord. Voor de Nederlanders is hij echter vooral de overwinnaar van Napoleon.Na de inname van Parijs in 1814 reist Alexander I via Engeland terug naar Rusland, waarna hij ook Delft aandoet. Het voltallige stadsbestuur, de secretarissen en de officieren van de hier in het garnizoen liggende militairen staan op vrijdag 1 juli bij de Rotterdamse Poort, waar de vorst de stad zal binnenrijden. Een muziekkorps verzorgt ‘seer fraay musiek’ en de overige militairen en de schutterij vormen een keurig cordon op de Oude Delft naar de Haagpoort toe. De spanning stijgt als om drie uur het rijtuig met zes paarden bespannen aan komt rijden. De tsaar en de prins van Oranje kijken goedkeurend naar de juichende menigte en horen de klokken luiden, het carillon spelen en het muziekkorps musiceren. Alles loopt zoals gepland. Nou ja, bijna alles, zo blijkt uit het verslag van de stadssecretaris dat in het Stadsarchief berust. Hij noteert met nauwelijks verholen teleurstelling dat de koets niet stilhoudt en zelfs geen vaart mindert, zodat de tsaar de complimenten van de bestuurders niet kan ontvangen, ‘niettegenstaande daartoe alle pogingen zijn aangewend